Artikel

positieve groepsvorming

Outback Explorers, leerkrachten én ouders aan de slag voor een positieve groepsvorming

Outback Explorers geeft graag klassentrainingen, bijvoorbeeld om te werken aan een positieve groepsvorming. Vaak zijn dit nuttige dagen, waarin vaak duidelijk naar boven komt wat er in een groep speelt. Hierbij is het goed om te beseffen dat patronen die al (jaren)lang bestaan, niet zomaar doorbroken worden. Daarvoor is ook de inzet van leerkrachten en ouders nodig. Werk aan wat werkt!

Sommige patronen in klassen bestaan al jarenlang. Met een dag vol interventies doorbreek je dat niet. Toch kan er door groepsactiviteiten een groot stuk bewustwording op gang gebracht worden. Leerlingen merken wat wel en wat niet werkt. Bijvoorbeeld bij de opdracht ‘Heliumstick’. Vier leerlingen staan tegenover vier klasgenoten. Ze steken hun wijsvingers uit en daarop wordt een lange bamboestok gelegd. De opdracht is om de stok met elkaar op de grond te leggen. Het rare is dat, als je verbinding probeert te houden, de stok juist omhoog gaat. Leerlingen gaan dan al snel op elkaar vitten. Pas als ze rustig overleggen, lukt het vaak om de stok met elkaar te laten zakken. Zo leren ze dat het niet werkt om op elkaar te mopperen, maar dat je respectvol tegen elkaar moet praten.

Directeur

Aan het einde van zo’n dag noteren we vaak speerpunten, zodat de leerlingen weten waar ze op kunnen letten. Ze roken aan nieuw gedrag, maar het oude gedrag is niet per direct weg. De invloed die de omgeving daarop heeft, is daarbij nodig, zoals van directie, leerkrachten en ouders. Het is altijd fijn als de directeur er ook vanaf weet en af en toe de klas eens binnenloopt om te vragen hoe het gaat. Zo maak je het belangrijk en weten de leerlingen ook dat zij niet alleen, maar ook de mensen om hen heen gaan voor een veilige sfeer in de klas.

Leerkrachten: ken je leerlingen!

Voor docenten is het vooral belangrijk dat ze hun leerlingen kennen. Weet wie ze zijn! Dat is de basis. Ga vervolgens werken aan wat werkt. Leerlingen weten inmiddels wel wat er allemaal niet lukt. Voed nu wat goed gaat, zodat dat gaat groeien. Onderstreep dat elke keer, zowel verbaal als non-verbaal, bijvoorbeeld door een duim op te steken. Maak het ook meetbaar. Is een speerpunt bijvoorbeeld respectvol tegen elkaar praten? Laat de leerlingen dan een cijfer geven voor hoe ze dat momenteel vinden gaan in de klas en bereken het gemiddelde. Vraag vervolgens welk gedrag er nodig is om een hoger cijfer te halen. Laat ze de week erna weer een cijfer geven. Zo maak je het meetbaar en concreet. Soms schieten docenten van wat minder makkelijke klassen in een soort kramp en timmeren ze veel dicht. Dat kan helpend zijn, want dan lijkt de boel onder controle. Maar het kan ook een stuk ontwikkeling blokkeren. Geef leerlingen de ruimte om te groeien en te ontwikkelen. Wees niet bang dat het een keer fout gaat. Reflecteer het dan en bespreek wat ze ervan kunnen leren.

Ouder(s)/verzorger(s): vraag naar de sfeer in de klas

Ook de rol van ouder(s)/verzorger(s) is belangrijk bij een positieve groepsvorming. Vraag bij tienminutengesprekken niet alleen naar cijfers, maar ook naar het emotionele welzijn van je kind, naar de sfeer in de klas en de bijdrage die je kind hieraan levert. Dat is eigenlijk nog veel belangrijker. Vraag aan je kind hoe het gaat op school, wat er gebeurt in de klas en wat zijn/haar rol daarin is. Leer je kind dat het onderdeel is van de groep en dat het wat moois te bieden heeft. Elk kind heeft impact op de groep. Niet elk kind vertelt graag over school. Kies daarvoor een geschikte gelegenheid uit.

Door: Wilco Klaassen

Tekst: Corina Schipaanboord

Vul hier uw eigen inhoud in.